








































Meng alles en kneed tot een samenhangend deeg

Rol het deeg uit tot 3 mm dikte.
Verpak het deeg in plasticfolie en laat 3 uur rusten.
Leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat.
Steek mannetjes uit met een uitsteekvormpje.
Haal de figuurtjes voorzichtig van de bakplaat en laat ze afkoelen op een taartrooster.
Bak ze 10 à 15 minuten in
Roer er beetje bij beetje de poedersuiker en het citroensap door tot een dik vloeibaar beslag dat je maar net kunt uitsmeren.
Maak het eiwitglazuur. Klop het eiwit los.
Versier de gingerbread men met het eiwitglazuur. Spuit ogen, mond en versier de armen en de benen. 9 10 12 14 11 13
Stop elke kleur glazuur in een aparte spuitzak met fijne spuitmond.
Verdeel het in drieën: een deel van het glazuur blijft wit. Het tweede deel kleur je rood, het derde groen.
Giet de bloem in een kom en voeg de poedersuiker, de boter en de vanilleyoghurt toe.

2
Meng tot een glad beslag. Laat ongeveer 10 minuten rusten.





























Spoel de dadels kort af onder koud water. Breng een pan met een beetje water aan de kook. Leg de dadels in een stoommandje of vergiet en plaats het boven het kokende water. Stoom de dadels een 20-tal minuten.
Rol balletjes van het dadelmengsel. 3 5 6 8 7 4
Meng ze vervolgens met de kaneel, 5 g boter, sesamzaadjes en het oranjebloesemwater. Laat afkoelen.

Rol het deeg uit.
Leg in het midden van elk deegrondje een bolletje dadelvulling
Klop het ei los en gebruik het om elk deegrondje in te smeren.
Steek er kleine rondjes uit met een uitsteekvormpje of een glas.
Prik met de vork ook enkele gaatjes in de bovenzijde van elk gebakje.
Vouw het deeg over de vulling en druk het dicht met een vork.
Laat ze afkoelen en bestrooi ze met poedersuiker 9 10 12 14 11 13
Bak de koekjes 15 minuten in een voorverwarmde oven van 180 °C, tot ze goudkleurig zijn.
Leg de gebakjes op een met bakpapier beklede bakplaat.



























Voeg er het bakpoeder bij.

Schep er om de beurt een lepel bloem en een lepel stijfgeklopt eiwit door. Meng voorzichtig.
Rol ongeveer 26 balletjes van het deeg
Verwarm het wafelijzer en strijk het in met olie
Leg een deegbolletje per wafelvorm op het wafelijzer.
Serveer de wafels warm of laat ze afkoelen op een rooster.
Doe de boter en de suiker in een grote kom en klop tot een luchtige massa.


Klop in een andere kom de eieren met het sap en de geraspte schil van de sinaasappel, de honing en jam door elkaar.














3
Voeg de rest van de ingrediënten toe.
5
Schep het beslag in een met bakpapier beklede bakvorm.
4
Roer er het botermengsel door.



7
Haal uit de oven en uit de vorm. Laat afkoelen op een taartrooster.
6
Bak de taart 45 minuten in een voorverwarmde oven op 180 °C.



Maak een zanddeeg volgens het basisrecept op p. 22. Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak.

























Smeer wat boter op de kleine taartvormpjes.

Bak de taart blind in een voorverwarmde oven van 200 °C gedurende 20 minuten.
Bekleed ze met het deeg en maak de randen gelijk. Leg er bakpapier met bakparels in.
Maak de banketbakkersroom volgens het basisrecept op p. 26. Laat afkoelen tot kamertemperatuur.
Haal er het bakpapier en de bakparels af. Haal de taartbodems uit de vormpjes en laat ze op een rooster afkoelen.
Leg er fruit naar keuze op.
Vul de taartjes met
Giet de abrikozenjam door een zeef om de stukken te verwijderen.
Maak de afdekgelei. Doe de jam met het water in een steelpan en warm op tot alles vloeibaar is.
Garneer elk taartje met een roosje slagroom. Strooi eventueel wat poedersuiker op de randen. 8 9 11 13 10 12
Klop de room stevig op met de poedersuiker en de vanillesuiker Stop het mengsel in een spuitzak met een getand spuitmondje.
Strijk de afdekgelei met een kwast over het fruit. Volg de instructies op de verpakking van kant-en-klare afdekgelei